projet hist kaarten Geschiedenis
Geschiedenis
Bij de oprichting van het Krijgs en Topografisch Depot (KTD) krijgt de kersverse instelling de opdracht “…de vervaardiging en terbeschikkingstelling van kaarten voor krijgsverrichtingen…”. In werkelijkheid bestond het KTD uit een klein kantoortje waar voornamelijk bestaande kaarten werden verzameld.
Pas op 30 september 1843 wordt de opdracht van het KTD formeel bekrachtigd door een Koninklijk Besluit: de vervaardiging van de officiële topografische kaart van België. Om die kaart te maken, moest men eerst betrouwbare en nauwkeurige geografische informatie verzamelen over het Belgische grondgebied. Die informatie werd verzameld door middel van astronomische metingen voor positiebepalingen, de uitbouw van een triangulatienet voor driehoeksmetingen en de uitbouw van een waterpassingsnet voor om hoogtes vast te stellen. Topografische informatie ging met vastleggen door middel van de reeds bestaande primitieve kadasterplannen (te raadplegen via het Rijksarchief). De plannen werden gereduceerd tot de grotere schaal 1:20.000 en door middel van observaties op het terrein werden er topografische kenmerken op aangebracht. België werd opgedeeld in gelijke rechthoeken en al deze geografische informatie werd samengebracht op de minuut-kaartbladen. Na de goedkeuring van een minuut-kaartblad werd de kaart overgezet op drukstenen en kon men de officiële kaartbladen van de topografische kaart van België drukken.
Zo voltooide men de eerste topografische kaart van België op schaal 1:20.000 in 1872. Ze bestond uit 72 kaartbladen, elk onderverdeeld in 8 kleinere kaartbladen. Al snel volgden kaartreeksen op andere schalen zoals 1:40.000 en 1:100.00 en werden de individuele kaartbladen herzien en heruitgebracht. Dit proces ging door tot aan de Tweede Wereldoorlog.
[Afbeelding driehoeksnet eerste orde], [Afbeelding waterpassingsnet], [Afbeelding voorbeeld gereduceerd kadasterplan], [Afbeelding assemblage 1:20.000], [Afbeelding voorbeeld minuut-kaartblad], [Afbeelding druksteen], [Afbeelding voorbeeld kaart 1:20.000].
In september 1944 kon het MCI zijn werkzaamheden hervatten na de bevrijding van Brussel. Er werd beslist om een nieuwe basiskaart op 1:25.000 met de projectie van Lambert te laten opstellen met luchtfoto’s als topografische basis in plaats van kadastrale plannen. Het voordeel hiervan was een grotere nauwkeurigheid en een snellere uitvoering van het cartografisch proces. De internationale context vereiste ook kaarten op 1:50.000 en 1:100.000 die reeds eind jaren ’40 – begin jaren ’50 werden gemaakt als vereenvoudigde opvattingen van reeds bestaande kaarten (de edities ‘Type Rapide’). Midden jaren ’50 werd de nieuwe basiskaart op 1:25.000 volledig afgewerkt. Kaartreeksen op kleinere schaal, zoals 1:50.000 en 1:100.000, werden door generalisatie afgeleid uit de gegevens op schaal 1:25 000. [MGI 1958, meer precieze info op p79-87].
Tot de jaren ’90 werden de basiskaarten verder up to date gehouden en de edities op andere schalen ervan afgeleid (te bevestigen). Toen is overstap gemaakt naar digitale gegevens in GIS (Geografisch informatiesysteem).